
REGIO | 05 juli 2013 | Door de dichtbijredactie (Yara Hooglugt, De Echo)
AMSTERDAM – De kantine van tafeltennisvereniging Tempo-Team in de Rivierenbuurt heeft nog het meest weg van een ouderwets bruin café. De bar wordt ruimschoots gebruikt waarvoor hij bedoeld is, maar niet nadat er eerst een stevig potje is gespeeld. ‘Gezelligheid is belangrijk, maar winnen net zo goed. Achter de tafel moet je ballen. ‘
Al sinds 1938 is Tempo-Team, destijds opgericht als ‘Spel en Vriendschap’, een grote naam in de Nederlandse tafeltenniswereld. Met het 75ste jubileum in het verschiet kan de vereniging inmiddels terugkijken op een plek in de gevestigde orde die het al decennialang geleden verworven heeft. Bert van der Helm, Frank Boute, Sonja Heltzel – waarschijnlijk voor velen onbekend, maar deze tafeltennisinternationals begonnen hun carrière bij Tempo-Team.
Verschillende landstitels en kampioenschappen in de eredivisie later spelen de heren- en damesteams van de club nog steeds op niveau, al is de eredivisie al jarenlang niet meer in zicht geweest. ‘Maar die ambitie is er absoluut’, vertelt verenigingslid Marleen Visser trots. ‘We hebben een herenteam dat nu voor het derde seizoen in de eerste divisie gaat spelen. De volgende stap is de eredivisie, en het team heeft de potentie om dat niveau te halen.’
Visser is zelf al bijna twintig jaar lid van Tempo-Team en speelt wedstrijden in de ‘Afdeling’ – een competitie waarbij mannen en vrouwen samen in teams spelen. Daarnaast geeft ze al jarenlang training aan onder anderen recreanten en beginnend competitiespelers. ‘Maar de damescompetitie speel ik bij een andere club. Bij Tempo-Team spelen de dames in de derde divisie, dat is het laagste landelijke niveau. Omdat ik toch steeds weer nieuwe uitdagingen wil, speel ik bij US, ook een Amsterdamse club, in de eerste divisie. Dat neemt niet weg dat we vastberaden zijn de dames van Tempo-Team ooit ook nog het niveau van de eerste divisie te laten behalen. Minstens.’
Visser weet te vertellen dat de winnaars-mentaliteit hoe hoger in de competitie, hoe groter wordt. ‘Ik heb wel gemerkt dat op z’n minst de focus in de eredivisie groter is. Er wordt dan ook dikwijls wel even gescholden – agressie achter de tafel is geen uitzondering. Het blijft sport.’ Maar, zo zegt ze, de ‘derde helft’ is minstens zo belangrijk. ‘Er is altijd wel een nabespreking met een hapje en een drankje. De tegenstander blijft vaak lang hangen, en zo kan het na een competitieavond op zaterdag nog wel eens heel laat worden – of vroeg, hoe je het wilt noemen.’ Verbroedering lijkt het sleutelwoord. ‘Zo’n sfeertje heerst er ook in het tafeltennis’, glimlacht Visser. ‘Iedereen kent elkaar hier op de club, alle leeftijden komen hier doordeweeks samen. Het is echt een beetje een buurthuis-idee, en dat maakt de vereniging zo gezellig.’
Aandacht voor de jeugdspelers is voor de vereniging in de Rivierenbuurt al net zo belangrijk, al is het jeugdledenaantal al een tijdlang gestagneerd. De teller staat op ongeveer dertig kinderen in de basisschoolleeftijd. Visser betreurt dat: ‘Het is voor de club belangrijk om constant nieuwe leden aan te trekken, maar we merken toch dat de jeugd achterblijft. Kinderen denken vaak aan tafeltennis als een campingsport, terwijl het juist een hele leuke hobby kan zijn die zelfs kan uitgroeien tot een topsport. Vaak moeten kinderen ook stoppen als ze naar de middelbare school gaan en zich meer moeten richten op hun huiswerk.’
Die charme van het bruine café raakt Tempo-Team binnenkort waarschijnlijk kwijt, want er zijn vanuit het stadsdeel bouwplannen op de locatie van het clubgebouw in de Rivierenbuurt. ‘Die discussie is al heel lang gaande, maar het ziet er toch naar uit dat we er binnenkort echt uit moeten. Vreselijk jammer, want zo’n sfeer krijg je natuurlijk nooit meer terug. Dat oude hout, die verweerde balken; je hoort hier vaak van alles kraken. Dat heeft wel wat.’
Bron: De Echo, 5-7-2013